Restaurant op de Poort dankt haar naam aan de Megense Gevangenpoort, die er al ruim 600 jaar staat. Was je in die tijd een boef, dan moest je naar het gevang en zat je ‘op de poort’. En dat was niet heel erg fijn.
Ooit was Megen een vestigingsstadje. In 1357 kregen we stadsrechten en werd de stad beveiligd door een wal. Zoals veel steden, want je wist nooit wat er van buitenaf de stad binnen wilde.
In de wal werden vier toegangspoorten gemaakt en een daarvan werd ook meteen gebruikt om boeven op te sluiten. De poort dateert van 1366. Gevangenen werden opgesloten in afwachting van hun verhoor of executie door ‘het Sweert’ of ‘het Koord’. Tja, zo ging dat toen.
Mezekouw
De gevangentoren was samen met een toren aan de overkant van de straat de oostelijke ingang van Megen. Kwam je uit Dieden en Deursen dan kwam je er doorheen. In de toren zijn nog schietgaten te zien en een de sporen van een mezekouw.
Een mezekouw is het vierkante werpgat tussen de uit elkaar gebouwde kraagstenen. Ze zitten meestal bij de toegangspoorten en waren bedoeld om aanvallers te kunnen belagen die vlak voor de poort en muren stonden. Door de mezekouwen konden vijanden worden bestookt met pijlen, maar in werkelijkheid werd alles naar beneden gegooid wat maar schade aan kon richten, zoals kokend water en stenen. In de verhalen hoor je vaak over kokende olie en hete pek, maar dat was in de praktijk veel te duur.
Reinier Biedijckx bleef het langst op de poort. Hij zat van 19 juni 1788 tot 28 september 1794 gevangen. In ons restaurant hebben we zijn cel nagebouwd.
Bende van Oss
In de cel onder de glasplaat in ons restaurant die je een klein tafereeltje: een bergje zand, een gevangenisbrits en een stukje brood. Dit herinnert aan de Bende van Oss, twee leden daarvan wisten uit de toren te ontsnappen.
Deze ‘bende’ was het gevolg van de economische crisis in de jaren ’30. Bende refereert overigens naar een roerige tijd en niet naar een criminele organisatie. Tussen 1888 en 1934 zorgde een groep criminelen in Oss voor vele zware misdaden. Zo pleegden ze 29 moorden, tientallen roofovervallen en inbraken en enkele honderden brandstichtingen op bestelling.
De families De Bie en Hendriks stonden in het middelpunt van de criminaliteit. Verzekeringsinspecteur Abraham Snabel was ook een belangrijk figuur. Hij was de aanstichter van de roofovervallen. Toen de bende in 1934 werd opgerold werden er ruim 160 mensen gearresteerd.
Het verblijf
Een verblijf Op de Poort was absoluut geen vijfsterren waard. Geen enkele ster zelfs. Twee keer per dag mochten de gevangenen hun voeten opwarmen. Dat men niet echt zachtzinnig met de gevangen omging blijkt uit een rekening uit 1805. Weduwe A. Driessen verdiende als stedelijke smid zes gulden voor de levering van vier nieuwe duimschroeven. In dat jaar werd ook de geselpaal sterk verbeterd. Op de rekening staat: ‘twee zwaar beugels met schroeven, een kikvors aan de geselpaal en een zwaaren pin aan de geselpaal’
Vergoeding
De Megense inwoners werden betaald voor de verzorging van de gevangenen. Aert Beckers declareert op 13 december 1683 een rekening aan de Hofmeester van 16 gulden vanwege ‘het ruijmen van de natuijrlijcke vuijligheden van de gevangenen, als oock de cost aen de gevangene heeft gebrogt’. Als je 24 uur lang de gevangenen bewaakte kreeg je één gulden.
Gelukkig is het vandaag de dag een stuk gezelliger Op de Poort en mag je bij ons na afloop gewoon weer naar huis.